Analyse van de vraag naar ICT-infrastructuur en services in Nederland

29 Feb 2016 - 5 min

In de afgelopen maanden heeft het Nederlandse eScience Platform (ePLAN) de white spots (blinde vlekken) in de nationale e-infrastructuur in kaart gebracht en een analyse gemaakt van de verwachte...

Download ‘Infrastructuur duurzaam op maat

Nederland beschikt sinds de tweede helft van de jaren tachtig over een nationale ICTinfrastructuur (ook wel e-infrastructuur genoemd). Gedragen door een internationaal vermaard netwerk, SURFnet, is deze infrastructuur in de loop van de tijd voorzien van tal van resources, waaronder één of meer supercomputers, een groot rekencluster, dataopslagvoorzieningen op diverse locaties, een grid-infrastructuur, met clouddiensten, ondersteuning, eScience support met personele inzet, voorlichting, soms visualisatietools en meer. 

Big Data wereld

We leven momenteel in een Big Data maatschappij. De Big Data wereld is bijzonder actief en velen voelen zich aangetrokken tot dit nieuwe domein, zowel in het bedrijfsleven als in het onderzoek, zoals uit de enquête zal blijken. Nieuwe instituten worden opgericht met data science als bindend element en Big Data neemt een steeds belangrijkere plaats in in industrie en het bedrijfsleven, meestal in de vorm van Business Intelligence. Ook sterk in opkomst is het concept van het Internet of Things: witgoed (wasmachines, koelkasten, etc.), bruingoed (radio, TV, DVD/Blue Ray spelers, ect.), installaties (CV, denk aan “Toon”, electriciteitsnet, “smart grid”) worden voorzien van internetconnectiviteit en wisselen data uit met eigenaren op afstand, fabrikanten voor services, etc. Daar komen bij de talloze andere apparaten in fabrieken, in het veld, bij transport en logistiek en andere sensoren die data uitwisselen over hun toestand of hun taken. Dit geeft het belang aan van een goede e-Infrastructuur ter ondersteuning van deze ontwikkelingen, met een sterke maatschappelijke component en van ondersteunende diensten op het gebied van analyse en decision support. 

Ook onderzoek waar traditionele geschriften, boeken of handschriften nog essentieel zijn, of waar de ontwikkeling van een theorie vooral berust op denkwerk en niet op digitale data, heeft belang bij een nationale e-infrastructuur, al is het met een andere intensiteit, voor de bevordering en versnelling van de communicatie over het onderzoek of voor het delen van resultaten of de ontwikkeling van nieuwe onderzoeksmethoden. De nationale e-Infrastructuur voor het publieke onderzoek is er dan ook voor alle onderzoekers, ongeacht discipline of belangstelling. 

ePLAN

De Nederlandse Data Science centra en onderzoekers, groepen en instituten die eScience centraal stellen in hun onderzoek, hebben hun krachten gebundeld in een (sociaal) platform, ePLAN (www.escience-platform.nl). ePLAN heeft zich een aantal taken gesteld, waaronder het in kaart brengen van white spots (blinde vlekken) in de nationale e-infrastructuur en het analyseren van de verwachte gevolgen voor de benodigde e-infrastructuur door de ontwikkelingen die de verschillende disciplines in hun onderzoek doormaken. De partners in ePLAN hebben door hun werkdomein tussen onderzoek en e-infrastructuur een meer dan gemiddeld goed zicht op deze ontwikkelingen, maar vele onderzoeksrichtingen staan ver af van de wereld van ICT, informatica en infrastructuur. Daarom is gekozen voor een enquête onder -in beginsel- alle disciplines en niet slechts die welke toch al van nature een nauwe betrokkenheid bij ICT en infrastructuur hebben of voelen. 

Viertal workshops

Met de uitkomsten van de enquête bij de hand is vervolgens een viertal workshops georganiseerd rond het thema “de toekomstige behoefte vanuit de wetenschap aan nationale ICT-voorzieningen en diensten”. Die vier workshops hadden elk één van de vier hoofdthema’s die het Netherlands eScience Center (NLeSC) hanteert om het totale palet aan onderzoekdomeinen in op te delen: 

Environment & Sustainability; 

Life Sciences & eHealth; 

Humanities & Social Sciences; 

Physics & Beyond

Deze workshops maakten het mogelijk de concept conclusies uit de enquête aan te scherpen of te verduidelijken, de mate van herkenbaarheid binnen de vier domeinen van de hoofdconclusies uit de enquête vast te stellen, omissies in de uitkomsten van de enquête (bv. door de gehanteerde vraagstelling) helder te krijgen en om de prioriteringen per domein boven te krijgen. In het document wordt nader ingegaan op de workshops en wordt per domein een verslag gegeven over het proces en de belangrijkste bevindingen. 

Resultaat

Het resultaat van het uitzetten van de enquête bij het hele onderzoeksveld is boven verwachting: veel respondenten, ook uit de geestes- en maatschappij- en gedragswetenschappen, alsmede onderzoekers uit de medische wereld hebben de moeite genomen de aanzienlijke lijst vragen te beantwoorden. Een spontane opmerking over de enquête als geheel, van een respondent die kennelijk maar op een beperkt aantal vragen kon antwoorden, was niettemin: “mooi dat deze enquête ook de geesteswetenschappen aanspreekt”. Een andere opmerking was: “het is eigenlijk fantastisch dat hier nationaal over nagedacht wordt”. Wij zijn alle respondenten, zowel de genaamde als de anonieme, dan ook bijzonder erkentelijk voor de genomen moeite. Resteert ons als dank een nuttig verslag te presenteren waaruit duidelijk wordt wat de publieke researchsector van een nationale ICT-infrastructuur en zijn brede omgeving van diensten verwacht